Een bewoonster sticht brand in een opvanghuis voor daklozen en sociaal zwakkeren aan de Scheepmakersstraat in Den Haag. Het pension heeft geen brandwerende voorzieningen en heeft ook geen vergunning. Het pand staat in korte tijd geheel in brand. 11 bewoners komen om, 15 raken gewond.
De prelude:
Zoals elke grote stad kampt ook Den Haag met de problematiek van de daklozen, alcoholisten, verslaafden en andere sociaal en psychisch zwakkeren. Ze leiden aan de rand van de samenleving een schamel bestaan.
Ans de Vogel trekt zich al 30 jaar het lot van deze verloren groep aan en heeft een opvanghuis annex pension, waar ze een bed en een bord warm eten kunnen krijgen, een aai over hun bol en een bemoedigend woord. Ans, die door haar gasten meestal Ma Vogel wordt genoemd, begint haar pension aanvankelijk aan de Poeldijksestraat. Het huis kan aan geen enkele eis voor een pension voldoen, laat staan voor de opvang van mensen die psychisch met zichzelf in de knoei zitten. Achtervolgt door de gemeentelijke sanering van de wrakkige pandjes verhuist Pension de Vogel achteréénvolgens naar de Parallelweg, de Weteringkade en – sinds 1987 – naar de Scheepmakersstraat 22.
De overheid is ondanks de erbarmelijk staat waarin de meeste particuliere pensions verkeren, blij met de extra opvang, die een hoop probleemgevallen van de straat en onder enige – zij het onprofessionele – hulp houden. Er zijn veel van dit soort obscure pensionnetjes in Nederland, maar er is geen controle op de handel en wandel ervan. Veel pensions buiten hun labiele bewoners schaamteloos uit, maar pension de Vogel is een witte raaf. Veel bewoners zijn er al jarenlang regelmatig of met tussenpozen vaste gast.
In de Scheepmakersstraat heeft het pension 38 kleine éénpersoonskamertjes, die met houten schotten van elkaar zijn gescheiden. Er is een gezamenlijke woon-eetkamer.
De Haagse brandweer kent het pension aan de Scheepmakersstraat 22 wel. Er is in 1989 een vergunning aangevraagd, maar geweigerd. Er moeten eerst een aantal voorzieningen worden getroffen: Er moeten brandmelders, brandtrappen en brandwerende scheidingswanden komen. Maar de brandweer kan de situatie op de eerste en de tweede verdieping nog wel enige tijd gedogen, nu de beheerder, makelaar Tadeon, heeft toegezegd met een opknapbeurt gaat beginnen. De derde etage, de zolder, is echter te onveilig en mag niet voor de opvang worden gebruikt.
Maar in de nacht van 15 op 16 september 1992 is het pension overvol. Er slapen zeker 50 bewoners in het gammele pand. En nood breekt wet: ook op de zolder slapen 10 mensen.
Het verloop:
Rond 4.45 uur in de vroege ochtend van 16 september 1992 breekt er brand uit op de eerste etage. Het vuur verspreidt zich razendsnel door het pand. Er ontstaat enorme paniek. Bij aankomst van de brandweer springen er mensen uit de ramen en van het dak. Sommigen hangen brandend uit het raam. Terwijl het redden van de bewoners in volle gang is, stort een stuk van de zolder in en zet het trappenhuis in vlammen. Voor de achtergebleven bewoners is er alleen nog een kooiladder aan de buitenkant beschikbaar, maar van het bestaan daarvan zijn ze niet op de hoogte.
11 bewoners komen in de vlammen om of slaan te pletter op straat. 15 bewoners raken gewond, waarvan 5 ernstig.
De oorzaken:
Uit technisch onderzoek blijkt dat de brand op kamer 11 is begonnen en met benzine is aangestoken. De bewoonster ervan, een 37-jarige Antilliaanse vrouw, is na de brand niet op het politiebureau opgevangen en dus ook niet ondervraagd over de gebeurtenissen. Ze behoort tot de vaste bewoners en komt, met tussenpozen, al jaren in het pension. In 1990 had ze haar eigen huis in brand gestoken, maar het RIAGG zag geen risico voor herhaling, zodat ze niet gedwongen werd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Ze belandde op de straat, en aldus in pension de Vogel.
Ze meldt zich een week na de brand op het politiebureau en bekent de brandstichting.
Achteraf blijkt dat ze de brandstichting al een dag tevoren had aangekondigd. Tijdens een ruzie met een medebewoonster riep ze: “Morgen ben je er niet meer. Ik ga de hele keet in de brand steken.” Maar de labiele bewoners van De Vogel roepen dat wel vaker, en er was nog nooit iets ernstigs gebeurd.
Op de avond van 15 september koopt de vrouw een paar liter benzine bij een tankstation en wacht totdat de beheerder ‘s nachts om 3.30 uur naar bed is gegaan. Een uur later steekt ze haar kamer in brand en verlaat het huis.
De psychiaters die haar voor de rechtszaak onderzoeken, twijfelen tussen een ernstige gedragsstoornis en een dader die dus volledig ontoerekeningsvatbaar is, of iemand die ‘speelt’ dat ze gek is en dus wel degelijk wist wat ze deed. De rechtbank wijst nader onderzoek echter af en veroordeelt de vrouw tot TBS met dwangverpleging.
Dat de zolder tegen het advies van de brandweer in, die nacht bewoond werd door 10 mensen, heeft bijgedragen tot het grote aantal slachtoffers.
De lessen:
Al eerder (Amsterdam, 5 december 1970, 9 doden) – en helaas ook later (Harderwijk, 27 januari 1998, 3 doden, waaronder 2 brandweerlieden) – bleken schimmige pensionnetjes en kamerverhuurbedrijfjes niet te voldoen aan brandpreventie-eisen en bovendien extra kwetsbaar voor brandaanslagen door het soms wat “licht-ontvlambare” karakter van de bewoners.
Er was na de brand in De Vogel veel kritiek op het gedoogbeleid van de gemeente Den Haag: Als het pension aan de minimale brandveiligheidseisen had voldaan, waren er veel minder slachtoffers gevallen.
Volgens loco-burgemeester Dijkhuizen werden de regels rond de opvanghuizen niet strikt gehanteerd, omdat anders te veel mensen op straat zouden komen te staan. Toch zou hij tot sluiting van Pension de Vogel zijn overgegaan als hij indicaties had gehad dat de zolder, tegen de afspraken met de Brandweer in, toch bewoond werd.
Burgemeester Havermans meende echter dat de situatie bij De Vogel niet zo ernstig was dat het pension gesloten had moeten worden, en dat advies stond ook niet in het brandweerrapport: er was een plan om de situatie te verbeteren. In februari 1992 was met de beheerder afgesproken dat de situatie nog een jaar gedoogd zou worden. Wanneer de brandwerende voorzieningen dan aanwezig waren, zou een vergunning worden verleend.
Er waren in Den Haag, en zeker ook elders in Nederland, veel schrijnendere gevallen van krakkemikkige pensions met onverantwoordelijke exploïtanten. Pension de Vogel, de witte raaf onder de opvanghuizen, en haar onfortuinlijke bewoners hadden pech gehad, die rampnacht.
De gemeente Den Haag reageerde na de ramp zeer alert en stelde verscherpte eisen en controles op voor verblijfsinrichtingen, die ook landelijk navolging kregen.
Bronnen:
https://leiden.courant.nu/issue/LD/1992-09-16/edition/0/page/1?query=
https://www.dagvantoen.nl/zeker-11-doden-bij-brand-in-haags-pension-de-vogel/