16 juli 1957 Vliegtuig crash Biak Indonesië

De gezagvoerder van de KLM Lockheed Super Constellation 1049C PH-LKT Neutron op vlucht KL844 van Biak Nieuw Guinea via Manilla naar Amsterdam wilde zijn passagiers nog even de lichtjes van Biak laten zien door na de start een “low run” te maken over Biak. Bij het terugvliegen richting Biak verliest het toestel hoogte, stort in de Soanggaraibaai en vliegt in brand. 58 van 68 inzittenden komen om het leven.

De prelude:

Nadat Nederland nog wanhopige pogingen had gedaan om koloniaal Indië te behouden, was het in 1957 duidelijk dat het gedaan was met de Nederlandse overheersing in De Oost. Alleen het westelijk deel van Nieuw Guinea (ook wel Papoea Nieuw Guinea) bleef na de onafhankelijkheid van Indonesië nog tot 1962 in Nederlandse handen, waarvoor wel de nodige militaire inzet nodig was. Het eiland Biak met Biak-Stad was een belangrijk steunpunt voor de Nederlandse overheid in westelijk Nieuw Guinea.
Veel Nederlanders die in de koloniën werkzaam waren keerden tegen het eind van de jaren vijftig terug naar Holland, en zo ook de meeste passagiers op vlucht KL844 van Biak naar Amsterdam.

Voor de langeafstandsvluchten naar Azië en Amerika had de KLM de Lockheed L-1049 Super Constellation in dienst. De Super Constellation was een doorontwikkeling van de populaire Constellation L-049 en L-749 types. Het waren de grootste vliegtuigen uit die tijd.

KLM Lockheed Super Constellation 1049C PH-LKT Neutron op Schiphol
Het verloop:

Om 03.32 lokale tijd start de Neutron van het vliegveld Mokmer bij Biak-Stad voor de vlucht naar Manilla. Het is bewolkt maar het zicht is goed en af en toe komt de maan door de wolken. Het toestel stijgt op van de enige startbaan 10 en klimt in een rechterbocht weg van het eiland.

Kort na de start, vliegend op een hoogte van 300 meter bij het eilandje Owi in de Soanggaraibaai, vraagt de gezagvoerder aan de verkeerstoren om de baanverlichting aan te laten en toestemming om een “low run” te maken over Biak-Stad. Hij wil zijn passagiers, die voor altijd terugkeren uit het warme Indië naar het kille Holland, nog éénmaal een goed zicht op Biak geven door laag over de startbaan te vliegen.
Om 03.35 uur zet het toestel een linkerbocht in om terug te keren naar Biak. In de bocht verliest het toestel hoogte en komt om 03.36.30 uur lokale tijd vrijwel horizontaal op het water terecht, 1200 meter uit de kust. Het toestel breekt in stukken en vliegt in brand.

Het vliegpad van de Neutron (bijlage rapport RvL)

Vanuit de kampong Manaisoer schieten inwoners te hulp. Met hun prauwen kunnen ze 11 overlevenden uit het staartstuk halen, zij het allemaal met zware brandwonden. Twee geredde inzittenden komen later alsnog aan hun verwondingen te overlijden.

Het wrak ligt op een diepte van 250 meter en kon niet worden geborgen. 37 inzittenden zijn dan ook niet meer teruggevonden. In totaal komen 58 inzittenden om het leven, waarvan 55 Nederlanders.

De oorzaken:

Volgens sommige getuigen aan de wal was er kort voor de crash vuur te zien aan het vliegtuig. Overlevende inzittenden meldden niets bijzonders te hebben gemerkt tot aan de crash, maar er zou wel een trilling of siddering door het vliegtuig zijn gegaan. Er waren geen éénduidige waarnemingen over de laatste minuten van de Neutron.

Omdat er niets van het toestel teruggevonden werd, kon de oorzaak van de crash niet worden vastgesteld. Het lijkt erop dat de piloten, vliegend bij het eilandje Owi op een hoogte van 300 meter, de daling voor de “low run” te vroeg hebben ingezet. Het overvliegen van het vliegveld zou op 150 meter hoogte moeten worden gedaan, zodat er maar 150 meter gedaald hoefde te worden over een afstand van 10 kilometer.

De lessen:

Het zou kunnen dat de piloten, op zicht vliegend in het donker, de vlieghoogte niet goed hebben ingeschat. Door de ongeplande “low run” met bijbehorende bochten en dalingen had de bemanning veel te doen in korte tijd, maar ze waren wel zeer ervaren.
De Raad voor de Luchtvaart kon geen oorzaak vaststellen, maar keurde het maken van extra rondjes tijdens de uitvoering van lijnvluchten af.

De Lockheed Super Constellation was voor zijn tijd een zeer groot en modern vliegtuig, maar er waren nog geen middelen om de vluchtgegevens zodanig te registreren dat ze na een ramp gelokaliseerd en geanalyseerd konden. Rond 1960 werden Flight Data Recorders en Cockpit Voice Recorders (de – oranje- “Black Box”) geleidelijk geīntroduceerd en verder ontwikkeld.

Bronnen:

http://www.aviacrash.nl/paginas/neutron.htm

https://aviation-safety.net/database/record.php?id=19570716-0

http://www.hdekker.info/Nieuwe%20map/1957.htm#16.07.1957