In 1977 is het autoverkeer in Nederland sterk toegenomen, maar de verkeersveiligheid blijft nog erg achter. Auto’s zijn niet ontworpen om de inzittenden te beschermen bij ongevallen. Zoals toen gangbaar gedachtengoed was, moesten mensen zelf ongevallen voorkomen door voorzichtig te zijn.
Hoewel de weg van Amsterdam over de Afsluitdijk naar het Noorden het vooruitstrevende nummer E(uropaweg)-10 had (deeluitmakend van een Europees wegennet) was de latere Rijksweg 7 in de jaren 1970 nog een tweebaansweg. De weg stond als gevaarlijk bekend en het werk om er echte vierbaans autosnelweg van te maken was inmiddels begonnen.
Er werd veel te hard gereden en ingehaald op de rechte stukken, waar op sommige plekken verraderlijke bochten en bruggen het zicht op de tegenliggers belemmerden.
Op 5 april 1977 rijdt een Skoda met vier inzittenden uit Hoorn richting Den Oever. Vanuit Groningen is dan de eigenaar van een Chinees restaurant met zijn familie op weg naar Schiphol in een snelle BMW. De BMW maakt een inhaalmanoeuvre maar kan door een brug niet goed zien of er tegenliggers aan komen. Als de BMW bestuurder de Skoda ziet, wijkt hij uit naar de berm, maar wordt door de Skoda in de flank geraakt. Beide auto’s raken van de weg en vliegen in brand.
De vier inzittenden van de Skoda en drie van de vijf inzittenden van de BMW komen direct om het leven. Een vierde inzittende overlijdt later in een ziekenhuis. De bestuurder van de BMW raakt zwaargewond, maar overleeft het ongeval.
Met acht dodelijke slachtoffers is dit verkeersongeval één van de zwaarste ongevallen tussen twee personenauto’s in Nederland. Door de sterk verbeterde wegeninfrastructuur en de veiligheid van de auto’s loopt het aantal dodelijke verkeersslachtoffers steeds verder terug, hoewel er recent weer een toename is door de opkomst van de elektrische fiets.