Bij de nadering van het Nepalese vliegveld Kathmandu vliegt een Airbus A300 van Pakistan International Airlines te laag en raakt de top van de berg Bhatte Danda, zo’n 20 kilometer ten zuiden van het vliegveld. De Airbus komt uit het Pakistaanse Karachi. Aan boord bevinden zich 167 passagiers, waaronder 14 Nederlanders. Er zijn geen overlevenden.
De prelude:
Een groep Nederlanders is op een rondreis door Aziƫ, georganiseerd door De China Winkel. Door zware overstromingen komt het gezelschap 10 dagen vast te zitten in het Pakistaanse Gilgit. Hun volgende etappe, Nepal, zullen ze daarom met een extra vlucht van Karachi naar Kathmandu maken. Een paar Nederlanders missen de vlucht.
De vlucht wordt uitgevoerd door Pakistan International Airlines (PIA) met een Airbus A300-B4-203, die gebouwd is in 1976 en verschillende eigenaren heeft gehad. De Airbus had 30.000 vlieguren, maar verkeerde technisch in goede staat.
Het verloop:
Op 29 september 1992 om 11.13 uur lokatie tijd vertrekt PIA vlucht 268 van Karachi, Pakistan. Omstreeks 14.30 uur lokale tijd nadert de Airbus Kathmandu-Tribhuvan Airport. Het vliegveld van Kathmandu ligt op een risicovolle plek, in een vallei hoog in de bergen, 4300 voet (1300 meter) boven zeeniveau. Bovendien had het vliegveld geen radar, de vliegtuigen moeten bij het naderen gebruik maken van een aantal radiobakens (Distance Measuring Equipment “DME”s) die de route en de hoogte weergeven. Al eerder, op 31 juli 1992, was er een vliegtuig van Thai Airlines bij het aanvliegen verongelukt.
Het zicht is, zoals vaak in Kathmandu, slecht. Vlucht PIA268 wordt geacht op een hoogte van 11500 voet het baken “16-DME” op 16 mijl van de runway aan te vliegen. Vanaf daar moeten ze rustig verder dalen langs drie andere radiobakens. Bij het “10-DME” baken moeten ze een hoogte hebben van 9500 voet, maar het toestel vliegt te laag.
De Airbus slaat te pletter tegen een bergrug op 7300 voet hoogte. Alle 167 inzittenden komen om het leven.
De luchtvaartmaatschappij richtte een fraai gedenkpark in in de buurt van de rampplek.
In Nederland raakte de ramp met zijn 14 Nederlandse slachtoffers snel in de vergetelheid; op 4 oktober 1992, vijf dagen later, stortte een El-Al Boeing op een flat in de Amsterdamse Bijlmer.
De oorzaken:
De nadering van Kathmandu was een ingewikkeld proces. De vliegers moesten zich concentreren op radiobakens die in aflopende volgorde van 16-DME (16 mijl van de runway), via 13-DME, 10-DME en 8-DME door de heuvels naar het vliegveld leidde. Ieder baken moet op een vastgestelde hoogte worden gepasseerd. Bij 10-DME zou de hoogte 9500 voet moeten zijn en bij 8-DME 8200 voet.
Maar vlucht PIA268 had al bij het 10-DME baken een hoogte van 8200 voet en daalde verder, te laag om de bergruggen op 7300 voet te passeren.
Waarschijnlijk heeft de bemanning een fout gemaakt bij het tellen van de bakens, zodat ze dachten boven 8-DME te vliegen. Het zicht was slecht, oriƫnteren op de grond was niet mogelijk.
De lessen:
Het vliegveld is na deze ramp van radar voorzien. Niettemin blijft Kathmandu een gevaarlijk vliegveld, in moeilijk terrein, in hooggebergte, met grillig weer.
Door het toenemen van het toerisme worden dit soort gevaarlijke vliegvelden vaker door buitenlanders bezocht, wordt er gevlogen met grotere toestellen en dus neemt het risico op grote rampen toe.
Bronnen:
https://aviation-safety.net/database/record.php?id=19920928-0&lang=nl
https://www.dawn.com/news/1213722
https://www.aviationnepal.com/pakistan-international-airlines-flight-pk-268-an-unknown-mystery/