Rond 21.45 uur op zaterdagavond 24 oktober 1970 steekt een patiënte de gordijnen van een slaapzaal in brand in vrouwenpaviljoen Salem van de psychiatrische inrichting Groot Bronswijk in het Groningse Wagenborgen. De brand grijpt snel om zich heen, maar toch kunnen veel van de 119 bewoners en de 10 personeelsleden het pand op tijd verlaten. 32 patiënten, die naar de bovenste verdieping zijn gevlucht, worden via brandweerladders uit het brandende pand gered. Zeven bewoners komen in de vlammen om het leven, negen zwaargewonden overlijden later in ziekenhuizen. 15 mensen raken gewond.
De prelude:
Het is 1873. Op het Groningse platteland doet de Groninger Richting opgang onder de gereformeerden. In die stroming neemt het oprichten van een “Huis van Barmhartigheid” een voorname plaats in, en in dat kader stellen Trijntje, Jan en Wolter Brons hun boerderij in Wagenborgen open voor geestelijk gehandicapten, dementerenden en psychiatrisch patiënten. Ook zwervers, ongehuwde moeders en andere verschoppelingen vinden er onderdak. De boerderij groeit in de loop der jaren uit tot een echte psychiatrische instelling, die tot 1960 de Vereniging Tot Christelijke Liefdadigheid TCL heette.
Pas in 1960 werd de naam omgedoopt in Groot-Bronswijk. In de namen van de paviljoenen klinkt de ‘christelijke liefdadigheid’ door in namen als Rehoboth, Bethel, Eben Haezer, Salem. Het complex is een stad in een dorp. Het is groter dan de rest van het dorp Wagenborgen en er is een eigen bakkerij, slagerij, wasserette, schoenmakers, tuinderij en begraafplaats.
De behandeling van psychiatrische patiënten verandert drastisch in de roerige jaren 1960. De wens van de patiënt ging centraal staan; dwangbehandelingen maakten plaats voor praat-sessies. De oude gebouwen uit het begin van de 20ste eeuw passen eigenlijk niet meer in de nieuwe behandel-filosofie.
Decennia lang is Wagenborgen vergroeid met Groot-Bronswijk en haar bewoners, tot de sluiting en sloop van het complex in 2004.
Het aantal patiënten is aan het begin van de twintigste eeuw rond de 250, en is er ruimte nodig om iedereen hygiënisch en veilig te kunnen verzorgen. Daarom werden er rond 1900 vier nieuwe gebouwen op het terrein geopend. Salem (“Huis des Vredes”) was bestemd voor de opvang van vrouwen.
Het verloop:
Het is 21.45 uur op zaterdagavond 24 oktober 1970. In het 3 bouwlagen tellende paviljoen Salem liggen de meeste van 119 patiënten al in bed. De tussendeuren zijn op slot voor de nacht.
Opeens ziet het personeel vlammen in een slaapzaal op de eerste verdieping. Ze slaan alarm en beginnen onmiddelijk met de evacuatie van de patiënten.
Met het blussen van de brand kan niet worden begonnen. Alle aandacht van het personeel moet zich eerst richten op het evacueren van de patiënten. Die vluchten in paniek niet allemaal het gebouw uit, maar gaan via de hoofdtrap ook naar de hoger gelegen verdiepingen om de brand te ontvluchten. Het personeel slaagt er niet in ze tegen te houden.
Nu alle deuren in het gebouw tegen elkaar openstaan om de evacuatie mogelijk te maken, kan de brand zich razensnel ontwikkelen.
De brandweer uit Termunten is het eerst ter plaatse, maar die beschikt niet over persluchtapparaten en ook niet over een ladderwagen. Met schuifladders proberen ze zoveel mogelijk patiënten uit het brandende gebouw te halen. Rond 22.07 uur zijn ook de korpsen van Delfzijl en Winschoten aangekomen met hun ladderwagens en persluchtapparatuur.
Tegen 23 uur staat het hele gebouw in vuur en vlam slaat en moet het redden gestopt worden. Met 20 stralen en een waterkanon kan het vuur worden bestreden, maar gebouw Salem gaat geheel verloren.
32 slachtoffers kunnen gewond uit het gebouw gehaald worden, maar zeven patiënten kunnen niet meer bereikt worden en komen om in de vlammen. 24 mensen raken gewond, waarvan er negen later alsnog aan hun verwondingen overlijden.
41 jaar later, op 24 oktober 2011, onthult de Groningse zorginstelling Lentis op de begraafplaats van Wagenborgen een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers. Zeven van hen liggen daar begraven.
De oorzaken:
Een patiënte steekt met een aansteker de gordijnen in brand. Ze komt tot haar daad omdat ze “ook wel eens met vakantie wilde”. De patiënten kunnen over aanstekers en lucifers beschikken, want in het gebouw mag gerookt worden.
Salem is in 1905 gebouwd. Hoewel de buitenkant van steen is, is binnen alles van hout. De houten vloeren zijn tientallen jaren lang stevig met was geboend. Het vuur kan zich dan ook razendsnel uitbreiden over de verdieping. Als de tussen- en buitendeuren geopend worden om de evacuatie van patiënten mogelijk te maken krijgt het vuur ruim voldoende zuurstof om razendsnel om zich heen te grijpen.
Branddetectie-apparatuur en sprinklerinstallaties waren toen nog geen standaard voorziening in een inrichting, maar het personeel ontdekt de brand vrijwel meteen. De evacuatie werd zeer snel in gang gezet, maar het personeel had geen tijd meer om het vuur in de kiem te smoren.
De lessen:
Drie maanden na de brand in Groot Bronswijk, op 2 februari 1971, komen 13 patiënten in een gesloten inrichting in Rolde om bij een brand. Na deze brand worden kamervragen gesteld over de brandveiligheid van dergelijke inrichtingen. Gaandeweg komt het bewustzijn op gang dat de brandveiligheid van gesloten inrichtingen met technische middelen aanzienlijk kan worden verbeterd en dat de opvang van psychiatrische patiënten in verouderde en brandgevaarlijke gebouwen niet meer van deze tijd is.
Gesloten inrichtingen moeten tegenwoordig aan de strengste bouwkundige en brandveiligheids-eisen voldoen. Zelfs dan kan niet voorkomen worden dat de patiënten, onbewust van het gevolg van hun handelen, brand stichten en zichzelf en medepatiënten in groot gevaar brengen.
Bronnen:
https://www.rtvnoord.nl/nieuws/754804/deze-dag-de-verwoestende-brand-op-groot-bronswijk